In ’t Binhoes, waar op Goede vrijdag (14 april) tussen 10 en 12 uur mee gelopen wordt (vergelijkbaar met Sint Maarten).
En waarom is dit? De geschiedenis:
“Poaskaai” is de scheldnaam voor het kind dat op Goede Vrijdag te laat op school kwam. Hij of zij kreeg een zak met as (aaskepuut) op de rug. Dan begon de optocht door het dorp. Onder het zingen werd met stokken op de aaskepuut geslagen zodat de as overal heen stoof. De kinderen hadden daarbij groene takken in de hand. In de “aaskejong” zag men de voorstelling van de boze winterman, die met Pasen werd verdreven.
Poaske-aai is opgestoan, hai mag wel weer noa ber tou goan, t is mien aai, t blift min aai, t is mien golden poaske-aai.
In Garsthuizen gaat het nu zo: enkele dagen voor Goede vrijdag worden takken van de taxus (poaskaaiboom) geplukt. De takken worden versierd met lintjes, papieren roosjes en zilverpapier. Op Goede Vrijdag wordt er met de tak huis aan huis gegaan, een lied gezongen en gehoopt op wat lekkers.